Ziektes

We gaan niet te diep in op alle ziektes die een kat kunnen treffen. We noemen er een paar:

 

FIP (feline infectieuze peritonitis) wordt veroorzaakt door een muterend coronavirus. Het Feline Coronavirus (FCoV) is op zich onschuldig. Veel katten dragen het. Er is ook een menselijk coronavirus: wij worden er verkouden van. In sommige gevallen, het is nog niet duidelijk in welke gevallen precies, muteert het virus in de kat naar een variant die het afweersysteem van de kat op hol doet slaan, waardoor talloze ontstekingshaarden ontstaan die leiden tot “natte” FIP, waarbij de buikholte zich vult met geel dradentrekkend vocht, of tot “droge” FIP waarbij de kat nog geruime tijd enige kwaliteit van leven kan hebben. Het einde is echter altijd onafwendbaar; er bestaat nog geen geneesmiddel voor deze ziekte.


HCM (hypertrofische cardiomyopathie) is een aandoening waarbij de spier in de linkerhartkamer verdikt en verstijft. Hierdoor wordt steeds minder zuurstofrijk bloed en worden op den duur zelfs stolsels terug het lichaam in gepompt. Het meest typische HCM-verschijnsel is een kat die gillend van pijn door de achterpoten zakt, wanneer een stolsel door de aorta naar achteren is getransporteerd en daar blijft steken.

Met name dekkaters worden vaak op HCM getest. Het resultaat is een momentopname: de kat heeft op het moment van de test geen (neiging tot) HCM, maar de test kan niet voorspellen of zich op termijn geen HCM kan ontwikkelen.

Niet ieder hartprobleem is HCM en met medicatie kunnen katten met een hartprobleem, ook HCM, nog vele jaren leven.

 

PKD (polycystic kidney disease) is een erfelijke aandoening die bij katten voorkomt. Katten met PKD hebben in beide nieren meerdere cystes (met vocht gevulde holtes). Aantal en grootte van de cystes zullen toenemen met het ouder worden van de kat. De cystes verdringen het gezonde nierweefsel waardoor de nierfunctie steeds minder wordt. Klachten ontstaan dan ook meestal pas op latere leeftijd; gemiddeld rond de 6-7 PKD vererft autosomaal. Dit houdt in dat wanneer een ouderpaar deze aanleg niet heeft, al hun nakomelingen het evenmin zullen hebben. Bij de Brit is deze aandoening daarom zo goed als uitgebannen, hoewel fokkers er -terecht- op blijven testen.

Giardia (een ééncellige die diarree veroorzaakt) kan simpel worden bestreden. Giardia wordt ook voor de mens besmettelijk geacht, wij krijgen er ook diarree van. Ook Tritrichomonas Foetus veroorzaakt diarree bij de kat dus laat door de dierenarts vaststellen wat de oorzaak is.

 

Blaasproblemen (blaasontsteking of blaasgruis) zijn te herkennen doordat de kat vaak plast, hele kleine plasjes doet en/of pijn heeft bij het plassen. Door de associatie kattenbak/pijn kan de kat er ook voor kiezen om niet in de bak te plassen!

De dierenarts kan vaak uitkomst bieden.

 

Kortom, wanneer uw kat zich niet lekker voelt doordat hij

  • Erg veel plast
  • Erg weinig plast
  • Erg veel drinkt
  • Erg weinig drinkt
  • Dikker wordt maar niet aankomt
  • Vermagert
  • Lusteloos is, veel slaapt
  • Diarree heeft

En wat dies meer zij -u kent uw kat zelf het beste- ga dan met hem naar de dierenarts!

 

Sproeien
Sproeien is een vorm van communicatie bij katten. Wanneer een kat sproeit, is zijn (of haar!) lichaamshouding totaal anders dan wanneer hij normaal in gehurkte houding urineert. Het urine sproeien is duidelijk herkenbaar, omdat de kat een karakteristieke houding aanneemt.

De volgende omstandigheden kunnen van bijten af de oorzaak zijn van het urine sproeien van uw kat:
 - seksuele opwinding, vooral in het voorjaar en in de zomer;
 - elke situatie die met stress of emotionele verwarring gepaard gaat,
bijvoorbeeld doordat de kat zijn vertrouwde omgeving mist (verhuizing, vervoer) of omdat er concurrentie komt in de vorm van een nieuwe huisgenoot.

Wanneer uw kat sproeit, heeft hij er kennelijk behoefte aan om zijn aanwezigheid kenbaar te maken. In feite bevatten de straaltjes urine tijdens het sproeien boodschappen, die feromonen worden genoemd. Deze feromonen zijn lichaamseigen stoffen, die het de kat mogelijk maken met zijn omgeving te communiceren. De kat is dus niet ziek wanneer hij of zij sproeit!